De gelukkige sport- of beweegprofessional zorgt voor impact!

Goed werkgeverschap; over mensen die het verschil maken

Vanuit diverse rollen ben ik momenteel betrokken bij allerlei arbeidsmarkt gerelateerde vraagstukken. Een onderwerp dat, al zo lang als ik werk, mijn nadrukkelijke aandacht heeft: een bedrijf runnen, een project uitvoeren of een proces tot een goed einde brengen, altijd heb je met mensen te maken. Mensen in een bepaalde fase van hun leven en hun professionele ontwikkeling, beiden bepalend voor de motivatie waarmee zij hun werkdag beginnen. Ongeacht het aantal dagen of uren dat iemand werkt, de omgeving of het type organisatie, leren en ontwikkelen doen we iedere dag. Niet gek dus dat ik aansla op uitspraken als een leven lang leren of ontwikkelen, lerende organisaties etc. Niet gek dat ik daarom zitting heb in het bestuur van het arbeidsmarktfonds Samen Presteren, een bijdrage mag leveren aan de HCA (Human Capital Agenda) Sport en de rol van programmamanager LAB (Landelijke Academie Buurtsportcoaches) vervul. Wel gek (in mijn ogen dan) dat essentiële keuzes vaak door andere zaken gedreven worden dan goed werkgeverschap of oog voor ons menselijk kapitaal.

Sport- & beweegprofessionals in de Brede Regeling Combinatiefuncties (BRC)

Neem nu de vakleerkracht bewegingsonderwijs (de gymdocent). Een functie die op veel plekken in Nederland (gedeeltelijk) gefinancierd wordt met middelen uit de BRC (Brede Regeling Combinatiefuncties). Er zijn de nodige discussies of het niet logischer is dat onderwijs deze professionals zelf bekostigt, met andere woorden of de BRC hiervoor wel bedoeld is. Daar kun je iets van vinden, maar feit is dat bij de start van de regeling veel gemeenten juist mogelijkheden zagen om met de scholen samen invulling te geven aan goed bewegingsonderwijs op basisscholen. En daarmee werd/wordt een van de doelstellingen van de regeling ingevuld. Iedereen blij zou je zeggen. Het tegengestelde is waar, want dit deel van de beroepsgroep is soms als ZZP’er aan het werk, wordt dan weer tewerkgesteld via een lokale of provinciale sportservice organisatie of heeft een dienstverband elders (maar niet bij de onderwijsinstelling zelf). Dat is met name de KVLO een doorn in het oog want, zo stelt de vakvereniging, de meeste professionals worden daardoor onvoldoende beloond. In deze tijd van schaarste zet dat de boel op scherp met als gevolg dat werkgevers shoppen en werknemers hoppen. En daarmee dus discontinuïteit in de uitvoering met alle nadelige effecten van dien.

Arbeidsvoorwaarden, maar ook arbeidsomstandigheden!

De oplossing is echter niet zo eenvoudig. Het vereist in ieder geval een dialoog op meerdere fronten en bewuste keuzes rondom de inzet van onze professionals. Hier ligt een belangrijke rol voor gemeenten weggelegd als ontvanger/partner in de BRC. De regeling is immers nooit bedoeld om het ambtenarenapparaat te vergroten. Dit veronderstelt dat de gemeente het werkgeverschap elders belegt. Wil, in dit voorbeeld van de vakleerkracht, het onderwijs alleen maar “lesboeren”, dus 100% zuivere gymdocenten, dan zou het onderwijs deze mensen idealiter zelf een dienstverband moeten bieden. Gebrek aan middelen kan met de diverse financiële regelingen niet meer het argument zijn om dat na te laten. Wil het onderwijs om welke reden dan ook dit werkgeverschap niet zelf dragen, dan zou zij tenminste wel de geldende arbeidsvoorwaarden moeten betalen. Dan heb ik het over een marktconform salaris (tenminste gelijk aan dat van de cao PO), maar ook over andere zaken zoals het vergoeden van de niet directe lesuren, de inzet van begeleiding, tijd voor persoonlijke ontwikkeling, teambuilding/aansluiting bij het docententeam van de school, de beschikbaarheid over goede tools en interventies etc. etc.

En last but not least, wat wil de professional zelf? Want laatst kreeg ik het advies om iedereen met een lesbevoegdheid fulltime voor de klas te zetten, maar dat gaat toch echt voorbij aan het perspectief van de professional zelf die vaak a) al niet meer fulltime wil werken en b) juist de rol van combinatiefunctionaris interessant vindt voor zijn eigen ontwikkeling. We kennen tal van voorbeelden zoals het verzorgen van beweegactiviteiten bij de naschoolse opvang of bij de nabijgelegen pumptrack. Zo wordt er een nog betere band met de kinderen opgebouwd en wordt de kans groter dat de leerlingen kan begeleiden naar passend beweegaanbod. Of kan signaleren dat er bijvoorbeeld sprake is van onvoldoende financiële middelen om te sporten of te bewegen en kan verwijzen naar de beschikbare fondsen. Maatschappelijke meerwaarde leveren en dus betekenisvol werken!

Visie en kwaliteit lonen

Ja, hier hangt een prijskaartje aan, maar dat zorgt wel voor kwaliteit. Helaas constateer ik maar al te vaak dat “we het afkopen” en ons dan laten leiden door de (laagste) prijs, maar goedkoop blijkt in deze tijden vaak ook duurkoop te zijn. Dat geldt voor gymdocenten, maar ook voor buurtsportcoaches. Dat betekent echt niet overal 20% erbij of onbeperkt investeren in opleidingen. Alles begint bij visie. Visie op wat sport & bewegen kan bijdragen aan jouw doelstellingen; wat wil je met de professional bereiken? Wat heb je daarbij nodig? Welk profiel, welke competenties horen daarbij, hoe ziet dan je formatie eruit? Zit alles vast in een werkplan of blijft er ruimte voor innovatie, actualiteit en persoonlijke groei? En als je dit elders belegt, hanteert de werkgever dan marktconforme arbeidsvoorwaarden? Als er sprake is van cofinanciering, is dit daadwerkelijk kwantitatief en kwalitatief goed geregeld? Is er sprake van goed werkgeverschap? Krijgt de professional de beschikking over tools, managementaandacht etc.? Als je wilt dat ‘het instrument’ buurtsportcoach (in welke rol dan ook) rendeert, moet je de bereidheid hebben om hierin te investeren. Dat is primair de rol van een werkgever, maar zeker ook van de afnemers/gemeenten die profiteren van de kwaliteit. En ga hier dus ook het gesprek over aan met de professional zelf; als dit dan het kader is, welke rol zie je voor jezelf, wat heb je daarvoor nodig? Maatwerk binnen een generieke aanpak.

We praten alsmaar over de SROI van sport en bewegen, over impact. Dat vereist een goed samenspel van de professional zelf die gelooft in de kracht van een leven lang leren (ook bij dezelfde werkgever), diens leidinggevende/de werkgever, de gemeente en alle samenwerkingspartners die dit moeten faciliteren en financieren. De buurtsportcoach heeft de afgelopen jaren zoveel veerkracht, flexibiliteit en ontwikkelvermogen getoond, deze beroepsgroep verdient een kwalitatief en gelijkwaardig speelveld opdat ze toegevoegde waarde kan blijven leveren. De gelukkige sport- of beweegprofessional zorgt voor impact!